Toespraak Gouverneur Lucille George-Wout voorafgaand aan het rondetafelgesprek op Koninkrijksdag
Excellenties, dames en heren, zowel hier aanwezig in het Gouverneurshuis als via een livestream met ons verbonden.
Van harte welkom op deze bijzondere bijeenkomst ter gelegenheid van de viering van 70 jaar Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Ik ben met name blij dat we dit jubileum op Curaçao vieren; want het Statuut is toch vooral ook ons Statuut!
Het Statuut is het basisdocument van onze autonomie en staatkundige structuur. Maar het is bovenal het document waarin de verbondenheid tussen de landen van het Koninkrijk tot uitdrukking komt, met name door de woorden “de wil elkander bij te staan”!
De minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport, heeft het initiatief genomen om de lesbrief over het Statuut voor zowel het funderend onderwijs als de middelbare school te actualiseren. Ik ben daar zeer verheugd over. Want het is belangrijk dat we onze jeugd, als toekomstige politici en professionals, leren waar we in bestuurlijke zin vandaan komen. Natuurlijk wordt in de lesbrief ruim aandacht besteed aan onder meer de rol van de mede-grondlegger van het Statuut, dr Moises da Costa Gomez. Terecht is onlangs door de Universiteit van Curaçao een leerstoel met zijn naam in het leven geroepen.
Het bijzondere aan de lesbrief voor onze jeugd is dat daarin de vraag wordt opgeworpen hoe zij denken dat ons land er over 30 jaar uitziet. Dus als het Statuut 100 jaar bestaat. Een prikkelende vraag, waarop de jongelui hun fantasie volledig de vrije loop kunnen laten. Daarbij kunnen ze hun dromen schetsen, voor het land en henzelf. Het gaat immers over hun toekomst!
Het leek mij daarom goed om bij deze bijzondere gelegenheid te reflecteren op 70 jaar Statuut en daarmee op 70 jaar autonomie. Weliswaar is Curaçao pas ca. 14 jaar een zelfstandig autonoom land binnen het Koninkrijk, maar we doen ons zelf tekort als we daarbij niet ook betrekken de jaren die wij, tezamen met de andere Caribische eilanden van het Koninkrijk, als Nederlandse Antillen door het leven zijn gegaan. Immers, Curaçao was het bestuurscentrum van de Nederlandse Antillen. Dus hier in Willemstad is door onze politici en professionals vormgegeven aan ons bestuur. Dus we hebben 70 jaar ervaring met autonomie op Curaçao!
Hoe dit verder ook zij, wij zijn primair zelf verantwoordelijk voor de vormgeving van het leven op ons eiland. Wij stellen zelf onze wetten op, we nemen zelf onze besluiten en bepalen zelf ons beleid. En daarvoor dragen we dan ook zelf de verantwoordelijkheid!
Uiteraard zijn er randvoorwaarden en beperkingen. Ook zijn er kaders van hogere orde om rekening mee te houden. En er zijn rijkswetten en verdragen waar we niet omheen kunnen. Maar de vraag is of dat zo erg is? Immers, die verdragen en rijkswetten dienen ter bescherming van onze burgers. Ook tegen onze eigen besluiten en beleid. En die hoeven geen probleem te zijn, als we zelf maar transparant en deugdelijk willen besturen en onze rechtsstaat in ere houden. We kunnen daarbij zelfs rekenen op steun van onze Koninkrijkspartner, als we maar willen.
Uiteraard doet dat allemaal niet af aan de vele en grote uitdagingen waar we voor staan. En we zullen daarom onze armen uit de mouwen moeten steken. Daarbij moeten we ook realistisch zijn over wat wij als klein autonoom land aankunnen, en waarbij we wel enige hulp bij kunnen gebruiken. Daar zal het rondetafelgesprek vanmiddag wat mij betreft over moeten gaan. Hoe doen we het zelf, dat besturen? Wat gaat goed? Wat kan beter? Hoe pakken wij het verbeteren aan? En waarbij kunnen wij hulp gebruiken?
Ik geef nu graag het woord aan Jefka Alberto, onze moderator vanmiddag, die over deze vragen het gesprek zal aangaan met de vertegenwoordigers van onze trias politica: onze minister-president, de heer Gilmar Pisas, de Voorzitter van de Staten van Curaçao, mevrouw Charetti America-Francisca en de President van het Gemeenschappelijk Hof, de heer Mauritsz de Kort.
Zij zitten tezamen aan tafel de minister van Onderwijs Wetenschap Cultuur en Sport, de heer Sithree van Heydoorn, die de belangrijke taak heeft om onze jeugd voor te bereiden op de verdere ontwikkeling en invulling van onze autonomie. En met dr. Francis de Lanoy, de inmiddels oud-rector van de Universiteit van Curacao dr. Moises Da Costa Gomez. Het instituut dat juist het professionele kader van ons land moet ontwikkelen.
Ik ga nu luisteren en ben een en al oor!
Willemstad, 15 december 2024